Tweede op de ranglijst (met een extreme hunkering naar meer): AH&BC. Daar verwacht ik vuurwerk en creativiteit van! Amsterdam is toch een beetje het Ajax van de hockeywereld. En op het eerste ook lijkt een klassieke 4-3-3 met de punt naar achter de standaard (toeval of niet?!). Ook bij Amsterdam ga ik drie wedstrijden uitpluizen om een mooi beeld te krijgen en hopelijk wat afwisselingen te vinden tussen systemen.

  1. VS SCHC (1-3 verlies)

Het is in het begin lastig te bepalen wat Amsterdam precies speelt. Het lijkt in het begin van de wedstrijd op een gekantelde 4-mans opbouw, maar gaande de wedstrijd lijkt toch echt een 5-mans opbouw vorm te krijgen. 2 verdedigende middenvelders ertussen en 3 vrije aanvallers voorin. Ja, hoe wil je dit noemen: 3-4-3 / 5-2-3 / 3-2-3-2. Ik heb de rechts midden wel nog als een rechtsachter (2) genummerd. De twee middenvelders 6 & 7 zijn sleutelfiguren, verantwoordelijk als aanspeelpunt en verbinding tussen verdediging en middenveld, dit zijn de Goede (7) en de Baat (6). Wat opvalt is dat er weinig lange ballen van de verdedigers uitkomen, wel veel cross ballen van de middenvelders. Dit kwam waarschijnlijk vooral door de goede druk die SCHC zette op de nummers 2 en 11, zij kregen nauwelijks ruimte. Voorin lopen 3 aanvallers met grote ruimte en vrijheid (Vega, Veen en Verschoor.

  • VS Pinoké (2-1 winst)

Wederom komt Amsterdam met een 3-mans opbouw. Deze keer staan de middenvelders een stuk hoger, dus noem ik het een 3-4-3 (omdat de 3 voorste spelers (9-11) veel vrijheid hebben en soms met de punt naar achter staan, zoals op het plaatje, en soms met de punt naar voor). Je ziet een sterke nadruk op de middenvelders 5 & 8 aan de flank. Veel scoops gingen die kant op (waarschijnlijk mede doordat Pinoké veel voor een hoge druk koos met 4 middenvelders en dus veel ruimte voorbij de middenlijn lag. Weer zijn de Baat en de Goede sleutelspelers en kiest Amsterdam vaak voor de korte pass en een dribbel om uit te verdedigen (hier laat ik de scoops even buiten beschouwing). Hun voorkeur is volgens mij korte ballen met als doel de tegenstander te ‘binden’ en hun eigen de middenvelders langs de lijnen de ruimte in te kunnen ‘lanceren’. De 9, 10 & 11 hebben echt veel vrijheid en laten zich soms ook zakken om af te wisselen met middenvelders (vooral Veen en Verschoor doen dit vaak).

  • VS Huizen (7-1 winst)

Ook tegen Huizen start Amsterdam met 3 man achterin. Ook hier zijn de Goede (6) en de Baat (7) de sleutelspelers. Alleen Huizen geeft meer pressing op de rechterkant van Amsterdam en dus staat de Baat vaak wat hoger en gedekt. Huizen geeft ook vaak lage druk, vandaar dat ik wat minder echte opbouwen heb gezien en Amsterdam kiest toch voor wat meer risico en gaat snel (via de as) naar voren. Maar in deze wedstrijd speelt Amsterdam ook een aantal keer (op een hand te tellen) met 4 man achterin. Het lijkt op wat Den Bosch doet, maar dan iets vrijer en speelser met veel wisselingen van positie. Zo staat het ongeveer opgesteld:

Opvallend genoeg speelt Amsterdam vooral de fases waar de Goede en/of de Baat gewisseld zijn in deze meer controlerend opstelling. Op de 6 en 7 plek komen nu afwisselend Veen, Albers, Brigitha en Verschoor. Stam en Thompson zijn de centrale opbouwers.

Samengevat:

  1. Voorkeur voor 3-4-3
  2. Altijd middenvelders tegen de zijlijn aan (rond de middenlijn)
  3. Voorkeur voor korte passing door de as
  4. Veel vrijheid voor spelers om zelf keuzes te maken en risico te nemen
  5. De Goede en de Baat zijn de smaakmakers, Veen de gevaarlijkste voorin.

Plaats een reactie